Zeehavendagen #4 opent met bewonersontbijt
Zeehavendagen Amsterdam ging dit weekend van start met een ontbijt voor bewoners uit stadsdeel Oost. Daarna opende Ilknur Dönmez (dir. Economische Zaken en Cultuur), Roel Mostert (dir. Zeehavendagen), Janbert Vroege (Stadsdeel Amsterdam-Oost) en Stadsdeel oost-bewoonster mevr.Gouwerok het Havenfestival op het Java-eiland. Voor vandaag zijn nog enkele tickets voor havenrondvaarten beschikbaar. Het festivalterrein is gratis toegankelijk.

Een stralende zon die het water laat schitteren, koffie en een croissantje en op het podium een shantykoor uit Almere dat vervuld van heimwee zingt over dat kleine café aan de haven. Er zijn slechtere manieren om de dag te beginnen dan zoals deze zaterdag met een gratis ontbijt op de Kop van Java voor de bewoners van het Oostelijk Havengebied. “Daar zijn de mensen gelijk en tevree,” klinkt het over de kade.
Ontbijt met bewoners
Het ontbijt is de aftrap van het Havenfestival dat dit weekeinde op het Java-eiland wordt gehouden als onderdeel van de Zeehavendagen Amsterdam. De Amsterdamse haven houdt drie dagen lang open huis, maar komt met het Havenfestival ook naar de stad toe. “Om onze verbondenheid met de stad te onderstrepen,” legt Roel Mostert van het organiserende Amports uit. “We horen bij elkaar.”
Verbondenheid
Geen betere plek om die verbondenheid te demonstreren dan deze eilanden, tegenwoordig bewoond, maar anderhalve eeuw geleden aangelegd als uitbreiding van de toenmalige haven. Dat nautische verleden is nog overal terug te vinden in het gebied. In de voormalige pakhuizen, in de namen van de straten, in de kades waar nu wordt gewandeld met of zonder hond en vooral in het vele water.
Vrijzinnig
Het stadsdeel Oost koestert die historie, vertelt dagelijks bestuurder Jan-Bert Vroege tijdens zijn praatje tijdens het ontbijt. “De haven is altijd bepalend geweest voor de economie van Amsterdam, maar ook voor het karakter van de Amsterdammers. Een haven staat letterlijk voor verbinding met de wereld. Dat geldt ook voor de Amsterdammers: die zijn avontuurlijk, nieuwsgierig en vrijzinnig.”
Kraanschip steelt show
Het festival maakt van de Kop van Java weer even havengebied. Het bijna zestig meter hoge kraanschip Zeearend steelt de show en op de wal zijn bedrijven en organisaties uit de haven met kraampjes aanwezig om hun werk onder de aandacht te brengen. Ook daar heeft het stadsdeel baat bij, benadrukt bestuurder Vroege.“Voor jongeren uit Oost is de haven echt een ontzettend interessante werkgever.”
Stad met een haven
Daarvoor is het belangrijk dat die jongeren de haven ook weten te vinden, zegt Ramon Ernst, tot medio dit jaar voorzitter van Amports maar nog steeds havenman. “In de loop van de tijd is de haven steeds verder van de stad komen te liggen. Amsterdam is een stad met een haven. In Rotterdam is dat andersom. Daarom blijft het belangrijk om het verhaal van de haven te blijven vertellen, zoals we dit weekeinde doen.”
Nationaal Slavernijmuseum
In dat verhaal is ook ruimte gemaakt voor het koloniaal verleden. Ook aanwezig op het festival zijn de kwartiermakers van het Nationaal Slavernijmuseum dat volgens de planning over een jaar of vijf op precies deze plek zijn deuren moet openen. Samen met bewoners van de eilanden werd alvast een tijdelijke tentoonstelling gemaakt die tot het einde van de maand juli op de Kop van Java te zien is.
Paramaribo
Voor kwartiermaker Peggy Brandon is het Java-eiland ook om andere redenen een speciale plek. In 1963 stapte ze hier als peuter samen met haar moeder van het schip van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij dat haar van Paramaribo naar Amsterdam bracht. “Later heb ik op deze plek nog wilde feesten meegemaakt in de verlaten en dichtgespijkerde pakhuizen. Heel spannend vond ik dat.”
Eerste paal
Vraag aan John Leerdam, inmiddels aangewezen als eerste directeur van het museum: hoe lang gaat het duren voor de eerste paal kan worden geslagen? Zo ver is de organisatie nog lang niet, vertelt Leerdam. “Er is nog ontzettend veel werk te doen. We beginnen met de internationale architectenprijsvraag voor het ontwerp van het gebouw. En de eerste paal? Ik hoop over vier jaar.”
Kokkels en mosselen
Op het podium heeft het shantykoor een volgend lied aangeheven. Een boomlange solist zingt met veel gevoel een nummer over het ellendige einde van Molly Malone, de straatverkoopster uit Dublin van kokkels en mosselen. Er zit duidelijk hoorbaar nog een flink stuk onverwerkt verdriet bij de zanger, en het wordt er niet beter op doordat het koor om hem heen vrolijk blijft herhalen: ‘Crying: cockels and mussels, alive, alive ho’.